hapschaar, hapscheer, hapscheerder
(18e eeuw) vero. scheldw. met meerdere betekenissen: durfal; waaghals; inhalige vent; vrek; rare vent; vreemde snuiter. Oorspronkelijk werd er ‘een gerechtsdienaar, een diender of dievenvanger’ mee bedoeld. In die betekenis vinden we het woord al terug in het werk van Erasmus. Theun de Vries gebruikte het woord in één van...