Wat is de betekenis van handgreep?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Handgreep

(...grepen), I. v., 1. zoveel als men met een hand grijpen kan, een handvol; 2. datgene waarbij men iets aan moet vatten, greep, kruk enz., ook als steun voor de hand, b.v. de rug van een trapleuning ; — (aan ramen en schuifdeuren) plaat waarvan het gedeelte binnen de rand hol gedreven is ; 3. (gew.) afdruk van een (vuile) hand ; II. m.,...

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

handgreep

handgreep - Zelfstandignaamwoord 1. handvat, het deel van een voorwerp waarmee men het object kan verplaatsen, optillen of anderszins (met de hand) gebruiken of bedienen. Naargelang het voorwerp geeft men de handgreep soms een andere naam, die als synoniemen kunnen worden beschouwd Wo...

2025-07-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

handgreep

handgreep - zelfstandig naamwoord uitspraak: hand-greep 1. onderdeel waar je iets aan vast moet pakken ♢ er zit een goede handgreep aan deze stofzuiger 2. wat op een bepaalde manier gedaan moet worden ...

2025-07-26
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

handgreep

(de; handgrepen) SP - datgene waarbij men iets aan moet vatten, greep, kruk enz., ook als steun voor de hand, bv. een beugel op het voltigepaard of de handgrepen in een rhönrad.

2025-07-26
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

handgreep

handgreep - Handvaten die worden gebruikt om een deur of een la open te trekken.

2025-07-26
ABC van de Hengelsport

Van Onck (1972)

Handgreep

Handgreep - (zie hengels).

2025-07-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

handgreep

gryp, omvatting met hand, handvol; behendigheid.

2025-07-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Handgreep

s., hântaest, hantgreep.

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

handgreep

m. (in bet. 1, 2, 3), v. (4), handgrepen (1 greep met de hand; 2 min of meer kunstvaardige [d. i. naar de regelen der kunst] greep met de hand; exercitiën met draagbare wapenen; 3 kunstgreep; truc; vaardigheid, slag; 4 handvat, kruk, knop enz.): 1. een duimbreed af stands, één handgreep! 2. de handgrepen van het geweer, de degen;...