Wat is de betekenis van Hak, uitdking?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hak, uitdking

m., 1. in de zegsw. van de hak op de tak springen, van het ene op het andere overspringen, geen voet bij stuk houden; 2. in de zegsw. hak zoekt zijn gemak, soort zoekt soort.