Wat is de betekenis van Van den hak op den tak springen?

2025-07-26
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Van den hak op den tak springen

D.w.z. ‘schielijk en zonder blijkbaar verband van de eene gedachte op de andere overspringen; van het eene onderwerp van gesprek op het andere overgaan’; [i]Ndl. Wdb.[/i] V, 1536; Harreb. I, 273. Ondereen hak moet men hier verstaan een soort van haakvormigen boomtak (zie o.a. Teirl. II, 8: hak, tak, haakvormige tak). Vgl. Joos,...

2025-07-26
Levende taal verklarend woordenboek

T. Pluim (1921)

Van den hak op den tak springen

zonder eenig verband bij een gesprek van ’t eene onderwerp op ’t andere overspringen; alles door elkaar haspelen. Een hak is hier een kromme, haakvormige tak.