Wat is de betekenis van Haarlems?

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Haarlems

bn., van, uit Haarlem; — als zn. o., de tongval der Haarlemmers.

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Haarlems

Haarlems - Bijvoeglijk naamwoord 1. (demoniem) op Haarlem betrekking hebbend Woordherkomst Afgeleid van Haarlem met het achtervoegsel -s Synoniemen Haarlemmer

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

Haarlems

bn.; bw.: Oprechte Haarlemse Courant.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Haarlems

I. bn., van, uit Haarlem; II. zn. o., de tongval van de Haarlemmers.

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)