groep, (verzameling)
v./m. (-en), 1. voorstelling van onderscheidene, tot een harmonisch geheel bijeengeschikte figuren: Rodins van de burgers van Calais; een foto van een familiegroep; 2. (bij uitbreiding, niet als uitbeelding) geordende, of wel min of meer schilderachtig geschikte verzameling van personen of (gelijksoortige) zaken: de spelende kinderen vormden een a...