Groep 5 seríceae CRÉP
Struiken, opgaand groeiend met gestekelde, soms borstelige twijgen; stekels groot en plat, driehoekig, meestal onder de bladeren geplaatst; bladeren 5-17-talIig met geoorde steunblaadjes, de oortjes sterk verbreed en opstaand; bloemen meestal 4-tallig zonder schutbladen, alleenstaand; kelkslippen blijvend, gaaf en opstaand.