Grijns
v. (grijnzen), 1. spottend lachende, soms bep. onaangenaam aandoende vertrekking van het gelaat, grijnslach: er kwam een akelige grijns op zijn gelaat; hij keek er naar met een grijns ; 2. (veroud.) mombakkes, masker: een grijns voor het gezicht hebben, (fig.) niet oprecht, niet te vertrouwen zijn : — (dievent.) gezicht;...