granátum
granátum, - (Lat.) afkorting van malum granātum [malum, appel; granātus (van granum, korrel, pit), van pitten voorzien], appel vol pitten, granaatappel. - Inderdaad zit de granaatappel vol pitten, waarvan het buitenste gedeelte zacht en sappig is en gegeten kan worden door, wie van wrangheid houdt.