Wat is de betekenis van graaier?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

graaier

(1939) (scheldw.) hebzuchtig persoon; iemand die zo snel en gemakkelijk mogelijk geld wil binnenrijven. • Uw ingevallen wangen, uw geniepige oogjes uit de holten, uw kakatoeaneus (sic) verraden den duitendief, den krententeller, den verachtelijken graaier. (het Vaderland, 01/01/1939) • De generatie van ‘68 was er een va...

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

graaier

graaier - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die door middel van al dan niet legale inkomsten zichzelf verrijkt De bankier is een amorele graaier die het contact met de werkelijkheid heeft verloren. Woordherkomst Naamwoord van handeling van graaien met het achtervoegsel -er Synonie...

2025-07-27
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

graaier

hebzuchtig persoon; iemand die zo snel en gemakkelijk mogelijk geld wil binnenrijven. Vooral van toepassing op (corrupte) politici. Uw ingevallen wangen, uw geniepige oogjes uit de holten, uw kakatoeaneus (sic) verraden den duitendief, den krententeller, den verachtelijken graaier. (Het Vaderland, 01/01/1939) De generatie van ’68 was er een...