Goede steden
(of grafelijke, in de geschiedenis van de Nederlanden term voor de gegoede, d.w.z. economisch belangrijke steden, die als zodanig in de Statenvergadering van het gewest vertegenwoordigd waren. Zij stonden rechtstreeks onder de graaf, tegenover de vazalsteden of heerlijke steden, die aan een heer behoorden. Daarnaast bestonden de rijkssteden, die ee...