goed kats, goed vrouws
(19e eeuw) (sch.) wie van katten houdt, houdt ook van de vrouw. • Goed honds, kwaad kats; goed kats, goed vrouws. (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. 1858-1862)
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (sch.) wie van katten houdt, houdt ook van de vrouw. • Goed honds, kwaad kats; goed kats, goed vrouws. (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. 1858-1862)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: