godgeklaagd
(1819) (inf.) schandalig; ergerlijk. • 't Is God geklaagd, dat jy een eerlijke vrouw als ik, zulk canailjegoed verkoopt. (De Nederlanden: karakterschetsen, kleederdragten, houding en voorkomen van verschillende standen. 1841) • 't Is toch God geklaagd om fatsoenlijke menschen zoo te belasteren! (Arnold Leopold Hendrik Ising: Freule Marie...