Wat is de betekenis van glinsteren?

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

glinsteren

glinsteren - Werkwoord 1. fel en bewegend licht geven of weerkaatsen De lampjes glinsteren in de kerstboom. De diamanten glinsteren in de kroon.

2025-07-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

glinsteren

glinsteren - regelmatig werkwoord uitspraak: glin-ste-ren 1. felle lichtjes uitstralen die bewegen ♢ de steentjes in mijn armband glinsteren Regelmatig werkwoord: glin-ste-ren ik glinster ...

2025-07-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Glinsteren

v., glinsterje; -d, glinsterich.

2025-07-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

glinsteren

glinsterde, h. geglinsterd (blinken, glanzen): sterren glinsteren; glinsterende bajonetten.

2025-07-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

glinsteren

(glinsterde, heeft geglinsterd) flikkeren met onzekere, weifelende glans: ➝ sterren, wapens -; glas kan -. Syn.➝ blinken.

2025-07-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

glinsteren

(glinsterde, heeft geglinsterd), 1. met een ongestadig licht stralen (minder intens dan flikkeren): talloze sterren glinsterden aan de hemel; gewoonlijk van weerkaatst licht, beweeglijk, in allerlei richtingen blinken: de bevroren ruiten glinsterden in het maanlicht; er glinsterde een traan in haar oog; ook van wat niet eig. blinkt, maar in fel lic...

2025-07-27
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

glinsteren

glinsteren ww. 'fonkelen, schitteren' categorie: intensiefvorming of frequentatief, samensmelting blending, tautologie, contaminatie, samentrekking Mnl. dat licht begonste up mi gleinstren 'het licht begon flakkerend op mij te schijnen' [1350-1400; MNW-R], gleinsterende 'schitterende' [1351; MNW-P], mit glinsterende...

2025-07-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Glinsteren

GLINSTEREN, (glinsterde, heeft geglinsterd), schitteren, flikkeren, glanzen, blinken: tallooze sterren glinsterden aan den hemel; vroolijk speelde de lentezon op de glinsterende daken; de bevroren ruiten glinsterden in het maanlicht; er glinsterde een traan in haar oog; ik zag aan zijne glinsterende oogen, dat mijn verhaal hem trof.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-27
Handwoordenboek van Nederlandsche synoniemen

J.V. Hendriks (1898)

Glinsteren

zie Blinken.