Wat is de betekenis van glaze?

2025-07-28
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

glaze

1. van glas (ruiten) voorzien; achter (in) glas zetten; verglazen; 2. glanzen, glaceren, satineren; 3. glazig (glanzig) worden; 4. verglaassel, glazuur; glacé; glans.