1. van glas (ruiten) voorzien; achter (in) glas zetten; verglazen;
2. glanzen, glaceren, satineren;
3. glazig (glanzig) worden;
4. verglaassel, glazuur; glacé; glans.
Gepubliceerd op 28-02-2022
betekenis & definitie
1. van glas (ruiten) voorzien; achter (in) glas zetten; verglazen;
2. glanzen, glaceren, satineren;
3. glazig (glanzig) worden;
4. verglaassel, glazuur; glacé; glans.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: