Wat is de betekenis van giervalk?

giervalk - Zelfstandignaamwoord 1. (vogels) Falco rusticolus een vogel uit de familie van valken Falconidae Woordherkomst samenstelling van gier en valk

Falco rusticolus Linnaeus 1758. Zware soort van Valk, die in het wild in de Lage Landen zeer zelden opduikt, maar meer bekendheid geniet/genoot in de Valkerij. Het ♂ van deze soort zou in de Valkerij bekend staan onder de naam "geertelsel" [diverse edities van vD, overgenomen in B&TS 1995], maar het tweede deel hiervan moest tersel zi...

s., jachtfalk.

m. -en; zie geervalk.

('gi:r) m. en v. (-en) edelvalk.

v./m. (-en), (ook: giersteek), grote roof vogelsoort, vnl. uit het noordpoolgebied. (e) De giervalk, Falco rusticolus, is een grote ➝valk. Van de Groenlandse ondersoort, de groenlandse valk, kan de volwassen vogel bijna geheel wit zijn. In Nederland en België is de giervalk een zeer zeldzame wintergast. LITT. G.P.Dementjew, Der Gerfalke (1960...

1) G., Polyborus, geslacht van de groep der valken, slanke vogels met zwak-haakachtig omgebogen snavel, hooge pooten, stevige, weinig gekromde klauwen, krachtige vleugels en tamelijk langen staart; de carancho, caracara, of traro, Polyborus brasiliensis G m., 70 c.m. lang, van boven zwartbruin, wit gestreept, op de vleugels bruin, aan de onderzijde...

GIERVALK, m. (-en), zekere roofvogel, eene groote valkensoort (falco rusticvlus); — (ook) geervalk, het wijfje van den geertelsel.

Giervalk, m. (-en), zekere roofvogel. *...WOLF, m. (...ven), zeker roofdier. *...ZWALUW, v. (-en), vogel.