Wat is de betekenis van gierigheid?

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gierigheid

gierigheid - Zelfstandignaamwoord 1. de mate waarin men niet bereid is in de buidel te tasten Woordherkomst Afgeleid van gierig met het achtervoegsel -heid Verwante begrippen inhaligheid, hebzucht, krenterigheid, schraperigheid, vrekkigheid

2025-07-25
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

gierigheid

(de), inhaligheid, gulzigheid. En bibberend van ongeduld en ongeneeslijke gierigheid herhaalde Anansi: ‘Pot, pot, wonderpot, laat je gelden tot jouw bot. ’ Plotseling veranderde de pot nu in een flinke rookworst (WS 26-6-1982). 2. begerigheid. Ma’ toch, die gierigheid van 'em! Hij ging een zes voet van die boom [waarin een tr...

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gierigheid

s., gjirrigens, gjirrichheit, skrielens, deunens, earmhertigens, fûlens, krinterigens.

2025-07-25
Humoristisch woordenboek

H. Moritsen (1939)

Gierigheid

Ongeneeslijke kwaal, die tot millionnairschap voert.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gierigheid

v. (overdreven geldzucht): zegsw. de gierigheid bedriegt de wijsheid, dwingt veelal later tot grote uitgaven; de gierigheid in persoon, vrek.

2025-07-25
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Gierigheid

Gierigheid - →Hebzucht.

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gierigheid

v. het → gierig zijn: debedriegt de wijsheid, overdreven spaarzaamheid is onverstandig : de in persoon, een geweldige vrek.

2025-07-25
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Gierigheid

Het woord, in het Oude Testament voor gierigheid gebruikt, ziet niet altijd op de gezindheid des harten, die zich uitstrekt naar het geld, maar dikwijls ook op de dadelijke gevolgen dier gezindheid, als diefstal, roof, onrechtmatig gewin (Ex. 18 : 21 ; 1 Sam. 8:3; Ps. 119 : 36; Spr. 1 : 19; 15 : 27; 28 : 16; Jes. 57 : 17; Jerem. 6 r 13; 8 : 10; 22...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gierigheid

v., geldzucht, hebzucht: nijd en -; — plegen, bedrijven, door ongeoorloofde middelen zich proberen te verrijken; vrekkigheid: geld stopt geen —, een gierigaard heeft nooit genoeg.