Wat is de betekenis van gibbelen?

2025-07-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

gibbelen

(1925) (Barg.) bekennen. • Niks te gibbele? (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 4: Mooie Karel. 1925)

2025-07-27
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

gibbelen

bekennen In 1909 voor het eerst aangetroffen, in een literaire tekst. In 1937 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Gabbertaal van E.G. van Bolhuis. Van Bolhuis geeft als voorbeeldzin: ‘Als je gibbelt, ben je verloren.’ • ’t Was de brutaalste ladelichter, zooals ik er later nooit een tweede gezien heb. Maar ik dien d’r...

Gerelateerde zoekopdrachten