Wat is de betekenis van Geschäft?

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

geschaft

geschaft - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van schaften geschaft - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van schaffen

2025-07-25
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Geschäft

zaak; onderneming, winkel, kantoor; het zaken doen; werk, bezigheid, drukte; Geschäft ist Geschäft, zaken zijn zaken; ein kleines Geschäft machen, een kleine boodschap doen; an sein Geschäft gehen, aan zijn werk gaan; in Geschäften verreist, voor zaken op reis; das Geschäft mit dem Ausland ist rege, de zaken met het bu...

2025-07-25
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

Geschaft

(D.), o. handelszaak.