Wat is de betekenis van geroddel?

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

geroddel

geroddel - Zelfstandignaamwoord 1. aan houdend roddelen en kwaadspreken Hier ben ik! Overlaad me maar opnieuw met al uw klachten, uw geroddel. Uw verdachten, uw verwijten, uw betichten. De argumenten die uw zaak moeten verzachten en uw straf moeten verlichten. Geef hier, mon Dieu! Ik stel me voor ze...

2025-07-25
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Geroddel

zie roddelen.

2025-07-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Geroddel

s.n., kletserij, rabberij, lêbberij.

2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

geroddel

o. (kwaadspreken, gebabbel).

2025-07-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

geroddel

(gə'roddəl) o. het aanhoudend roddelen, boosaardig kletsen.

2025-07-25
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-25
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press