Gepubliceerd op 04-12-2017

geroddel

betekenis & definitie

geroddel - Zelfstandignaamwoord
1. aan houdend roddelen en kwaadspreken
Hier ben ik! Overlaad me maar opnieuw met al uw klachten, uw geroddel. Uw verdachten, uw verwijten, uw betichten. De argumenten die uw zaak moeten verzachten en uw straf moeten verlichten. Geef hier, mon Dieu! Ik stel me voor ze open, allemaal. Ik neem ze aan en neem ze au sérieux.

Woordherkomst
Naamwoord van handeling van roddelen met het voorvoegsel ge-

Synoniemen
achterklap, geklep, geklets, gepraat, lastering, praatjes, gebabbel