Wat is de betekenis van genuinus?

2025-07-25
Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

genuinus

genuínus (-a, -um), - van Lat. gignĕre (stam gen), verwekken, voortbrengen, baren: aangeboren, echt.

2025-07-25
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Genuinus

genuien, echt, van nature er toe behorend, aangeboren, essentieel.

2025-07-25
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Gĕnŭīnus

I.(van geno = gigno), aangeboren. II. (van gena), van de wangen, dentes, kiezen, Cic., en alleen genuini, Verg.; spreekw., genuinum in alqo frangere, iemand duchtig doorhalen, Pers.

2025-07-25
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Genuinus

(geno, voortbrengen), aangeboren, natuurlijk, echt; genuine longontsteking, de gewone, croupeuse longontsteking.

2025-07-25
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Genuínus

(g e n o, voortbrengen), aangeboren, natuurlijk, echt; genuine longontsteking, de gewone, croupeuse longontsteking.

2025-07-25
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten