genii
meerv. van genius 1 & gente.
F.W. Grosheide (1926)
Het meervoud van genius of geest. Dat waren in den Oud-Romeinschen tijd volgens de algemeene voorstelling de in den mensch werkzame en voortbrengende krachten. Later verstond men er onder iemands „beter ik”. Men zwoer bij zijn genius en bracht hem zelfs op den verjaardag offers. In het huisgezin werd de genius van den huisvader geë...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)
Genii - goddelijke wezens, die den mensch gedurende zijn geheel leven begeleiden, beschermen en van het kwade terughouden. Ieder mensch had zijn Genius, die grooteren invloed op zijn leven uitoefende dan de andere goden, wier werkkring zooveel uitgebreider is. Men offerde hem op verjaardagen en over het algemeen bij gewichtige gebeurtenissen wijn,...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: