Wat is de betekenis van gekruld?

2025-07-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gekruld

gekruld - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van krullen gekruld - Bijvoeglijk naamwoord 1. gedraaid, kronkelig De telefoniste met het gekrulde haar zat te spelen met het gekrulde telefoonsnoer.

2025-07-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gekruld

ad}., krol(derich).

2025-07-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gekruld

bn. (met een krul of met krullen; krullig): een gekrulde staart, b.v. van een varken, een kind met gekruld haar; zie ook haar.

2025-07-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gekruld

bn. 1. Algm. verl. deelw. van krullen. 2. Inz. met krullen: haar; een -e staart; -e bladeren. ➝ haar. Syn. kroes. Tgst. sluik.

2025-07-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gekruld

bn., 1. krullen, kruisgewijze golvend, krullig: zij heeft mooi haar; (spr.) gekrulde haren, gekrulde zinnen, van buiten, van binnen; 2. met krullend haar bedekt: een hoofd; een hond met een lange gekrulde staart; 3. zich in een krul of kromming uitstrekkend, kruisgewijze gebogen: bladeren met gekrulde randen; gekrulde zuring, zuring met gekrulde...

2025-07-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gekruld

GEKRULD, bn. (van haar, inz. het hoofdhaar van menschen, of van het haar van dieren) krullend, kruiswijze golvend, krullig; zij heeft mooi gekruld haar; een poedel met glanzend gekruld haar; — (spr.) gekrulde haren, gekrulde zinnen; — (van menschen en dieren, of van hun hoofd; bij dieren ook van de huid en andere lichaamsdeelen met kru...

2025-07-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)