gek, (persoon)
m. (-ken), 1. iemand die aan zinsverbijstering lijdt, (denigrerend) krankzinnige; 2. iemand die in woorden of daden blijk geeft van gemis aan gezond verstand, die erg onnozel is of aan inbeelding lijdt, belachelijk mens: hij is een maar hij is toch goed; elke familie heeft haar eigen soort van gekken; een grote —; een verwaande —; een...