gehad
gehad - Deelwoord 1. niet-adjectivisch voltooid deelwoord van hebben 1. vormt alleen de voltooide tijden ♢ Hij had vroeger een brommer gehad.
Wiktionary (2019)
gehad - Deelwoord 1. niet-adjectivisch voltooid deelwoord van hebben 1. vormt alleen de voltooide tijden ♢ Hij had vroeger een brommer gehad.
Marc De Coster (2017)
Gehad - het gehad hebben: de sigaar zijn, ernaast grijpen. Na 1945 geïntroduceerd als vertaling van de Engelse soldatenkreet youve had it, een uit drukking die sedert 1937 door de RAF gebruikt werd. In de derde persoon (hij heeft het gehad) kan het betekenen: hij werd gedood of zwaar gewond.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Marc de Coster (1998)
het - hebben 1. in soldatenslang ‘de sigaar zijn; ernaast grijpen’. Na 1945 geïntroduceerd als vertaling van de Engelse soldatenkreetjyoti’ve had it,sinds 1937 door de RAF gebruikt. In de derde persoon (hij heeft het gehad)kan het bet. ‘hij werd gedood’ of‘hij raakte zwaargewond’. 2. in jongerentaai bet. het iets heel anders, nl. ‘er schoon geno...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: