geëligeerde
m. (-n), gekozene; tijdens de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden afgevaardigde in het eerste lid van de Staten van Utrecht. (e) De geëligeerden waren de ‘uitgekozenen’ uit de, na de Reformatie uit hervormden bestaande, bezitters van de kanunniken-prebenden van de vijf Utrechtse kapittels (van de Dom, Oudmunster, Sint-Pieter,...