geef
geef - Zelfstandignaamwoord 1. te ~ (vrijwel) kosteloos ♢ Dat is zo goedkoop, dat is te geef! geef - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geven ♢ Ik geef 2. gebiedende wijs van geven ♢ ...
Wiktionary (2019)
geef - Zelfstandignaamwoord 1. te ~ (vrijwel) kosteloos ♢ Dat is zo goedkoop, dat is te geef! geef - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geven ♢ Ik geef 2. gebiedende wijs van geven ♢ ...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
M. J. Koenen's (1937)
m. (het geven): zegsw.: hij is van Kleef, hij houdt meer van de heb dan van de geef; bw. uitdrukking: te geef, om niet, spotgoedkoop.
Jozef Verschueren (1930)
m. het geven, alleen in de uitdrukking: te -, voor, om niet, gratis; iets te hebben; dat is te -. ➝ kleef.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m., 1. het geven; (spr.) hij is van Kleef, hij houdt meer van de heb dan van de —, hij houdt meer van hebben dan van geven; 2. te -, bijw. uitdrukking, voor niet, om niet: oude kasten, die op de verkopingen bijna te — en als brandhout verkocht worden; bijzonder goedkoop: het is schandekoop, waarlijk het is te —.
Dr. J. Bergsma (1906)
geve (Koek.) gaaf, sluw: 'n gève kèrel (Eext), niet goed geef, geve = niet eerlijk (Zuidwolde), onwijs (Elp, Beilen, G.nijveen neet goed gaor), ziekelijk (Valte, Annen, Eelde), vooral van een koe, schaap, ook gezegd van slecht hout (Smilde, G.nijv.) en vruchten (Assen), onbetrouwbaar (van ijs, Borger), van een paard (Smilde).
J.H. van Dale (1898)
GEEF, m. (spr.) hij is van Kleef, hij houdt meer van den heb, dan van den geef, hij houdt meer van hebben, dan van geven; — zijn deel te geef of te neem stellen, (in het vroegere rechtswezen, in betrekking tot goed dat twee personen gemeenschappelijk in eigendom hebben of bezitten, en waarvan aan elk van beiden een gelijk deel toekomt) zijn d...
I.M. Calisch (1864)
Geef, TE -, bijw. voor niet, bijna om niet; men krijgt het te -, de voorraad is zoo ruim dat men er bijna geen geld voor behoeft te geven. *-s, bijw. goedgeefs, milddadig. *-STER, v. (-s), zij die geeft.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: