Gaudium
o., vreugde, pret
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
ĭi, n. 1. eig., vreugde, genoegen; in ’t bijz., zingenot, wellust, genot. 2. poët. meton., voorwerp van vreugde, lieveling.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Stephanus Axters (1937)
Vreugde, blijdschap. Gaudium comprehensoris, Vreugde van de gelukzaligen, hemelsche vreugde. Gaudium fruitionis, Genotsvreugde. Gaudium spirituale, Geestelijke vreugde. Gaudium viatoris, Vreugde van wie op weg is.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: