fusiformis
fusifórmis (-is, -e), - van Lat. fusus, spinklos, d.i. de spoel, waarop bij het spinnen het gesponnen garen werd gewonden; forma, vorm: spoelvormig, spinklosvormig, dwz. den vorm van een spinklos met het daarom gewonden garen hebbend: in het midden het dikst, vandaar naar de uiteinden regelmatig verscmald en op dwarse doosnede...