fucker
(1990+) (< Eng.) (scheldw.) gemeen, verachtelijk persoon; klootzak. Eigenlijk: iemand die geslachtsgemeenschap heeft. Ook wel vernederlandst tot 'fakker*' of 'fukkert'. Zie ook motherfucker*. • Nee Ruben, dit is een banaan! En wat zegt die fucker uiteindelijk? Ba-pappel! (het Parool, 26/03/1994) • Bij het aankondigen van een van de nu...