fuckerdefuck
(2009) (inf) uitroep van ergernis, boosheid. Ook vernederlands tot: fockerdefock. • Mijn publiek keek me glimlachend aan. Fuckerdefuck, ie-der-een had mijn lompe actie gezien. (Erica van Dam: Simpel. Columns. 2009) • “Fockerdefockerdefockit”, zegt hij naar adem happend terwijl hij zich licht wankelend voortbeweegt. (V...