Wat is de betekenis van frommel?

2025-07-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

frommel

frommel - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van frommelen ♢ Ik frommel 2. gebiedende wijs van frommelen frommel! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van frommelen frommel je?...

2025-07-24
Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950

Pieter Scheen (1969)

Frommel

Frommel - zie J. Haverkorn van Rijsewijk.

2025-07-24
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

frommel

gefrommel, onrustige bewegings met vingers en hande maak; inmekaar druk.

2025-07-24
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

frommel

m. -s (kreuk): een boek vol frommels.

2025-07-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

frommel

('fromməl) m. (–s; –tje) 1. Eig. kreukel waarbij omdraaiing heeft plaatsgehad : een cahier vol –s. 2. Metn. voorwerp met frommels.

2025-07-24
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Frommel

I. Emil Frommel, geboren 5 Januari 1828 in Karlsruhe als zoon van den schilder en kopergraveur Karl Ludwig Frommel, groeide met zijn jongeren broeder Max in een kunstzinnige en Christelijke atmosfeer op. In onderscheiding echter van zijn ouders en broeder wist hij zich te onttrekken aan het bekrompen piëtisme en de Luthersche separatie. Op de...

2025-07-24
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Frommel

Frommel - (Gaston Eduard), 1862—1906, El-sasser, predikant en hoogleeraar in de dogmatiekte Genève. Orthodox van beginselen en modernin methode gaat hij uit van de religieuze ervaring,waarvan voor hem J. Christus, de gestorvene enopgewekte, het voorwerp is volgens de leer vanPaulus (verwant aan Pascal*, Vinet*). Hij houdtzich veel bezig met de vers...

2025-07-24
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

frommel

m. (-s), 1. kreukel; 2. prop, dot.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Frommel

FROMMEL, m. (-s), kreuk.