Wat is de betekenis van Flŭĭdus?

2025-07-23
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Flŭĭdus

1. eig., vloeiend, vloeibaar. 2. overdr., golvend, neergolvend. | onstevig, week, slap; slap makend.

2025-07-23
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten