Wat is de betekenis van floeper?

2025-07-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

floeper

1) (begin 20e eeuw) (Ned-Indië, sold.) (pej.) kerel, vent. • Hadden ze die floepers nou, of hadden ze ze niet? (Jan Schilt: Soldaatje spelen onder de smaragden gordel. 1969) • ... die floepers van Soekarno zijn een paar keer .... etc. etc. (Bouke B. Jagt: De Muskietenoorlog. 1976) (p. 19 + p. 117) 2) (1982) (sch.) manne...

2025-07-25
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

floeper

(soldatentaal, Ned.-Indië) pejoratieve term voor kerel, vent. Hadden ze die floepers nou, of hadden ze ze niet? (Jan Schilt, Soldaatje spelen onder de smaragden gordel, 1969) ... die floepers van Soekarno zijn een paar keer... etc. etc. (Bouke B. Jagt, De Muskietenoorlog, 1976)

Gerelateerde zoekopdrachten