Wat is de betekenis van flaneren?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Flaneren

(flaneerde, heeft geflaneerd), (<Fr.), drentelen, genoeglijk en doelloos rondslenteren.

2025-07-25
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

flaneren

"Flaneren" betekent langzaam en ontspannen wandelen, vaak met het doel gezien te worden of om te genieten van de omgeving. Het impliceert een zekere elegantie en nonchalance.

2025-07-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

flaneren

flaneren - Werkwoord 1. (inerg) lopen om te zien en gezien te worden Er werd door veel mensen op de boulevard geflaneerd. Woordherkomst afgeleid van het Franse flâner (met het achtervoegsel -eren) Synoniemen drentelen, kuieren, rondhangen, slenteren

2025-07-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

flaneren

flaneren - regelmatig werkwoord uitspraak: fla-ne-ren 1. wandelen om gezien te worden ♢ we flaneerden langs de boulevard Regelmatig werkwoord: fla-ne-ren ik flaneer jij/u flaneert...

2025-07-25
Pierewaaien (Quiz)

Genootschap Onze Taal (2001)

flaneren

Flaneren is ontleend aan a het Franse flâner, dat teruggaat op het Noorse flana (‘blindelings voorwaarts rennen’); b het Engelse to flank (‘vergezellen, meelopen met’); c het Italiaanse flandare (‘doelloos slenteren’).

2025-07-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Flaneren

[Fr. flâner] rondkuieren om te worden gezien (en bewonderd).

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Flaneren

wandelen om gezien te worden

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Flaneren

rondslenteren

Wil je toegang tot alle 18 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Flaneren

slenteren.