Wat is de betekenis van flambeer?

2025-07-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

flambeer

flambeer - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flamberen ♢ Ik flambeer 2. gebiedende wijs van flamberen flambeer! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flamberen flambeer je?...

2025-07-27
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

flambéér

(zn) grote, zwarte hoed TM.