fiskaal
wateropsigter; laksman (voel).
M. J. Koenen's (1937)
Lat. fiscalis. 1. m. fiskalen (rechterlijk ambtenaar voor de belangen van den souverein of de schatkist optredend; ambtenaar van het openbaar ministerie, nog alleen bij het mil. recht = advocaat- fiskaal, of procureur- fiskaal): van dit vonnis van de krijgsraad was de fiskaal in appèl gekomen; 2. bn., bw. (fiscaal; zie ald.).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
1. bn. (...kale) uitgaande van, in het belang van, betreffende de fiskus: ...kale wetten. 2. m. (...kalen) Mil. openbaar eiser in zake van de fiskus.
J.H. van Dale (1898)
Het begrip fiskaal heeft 2 verschillende betekenissen: 1. fiskaal - FISKAAL bn. bw. wat den fiscus betreft: wetten zijn zuiver fiskaal; — fiskale rechten, in- en uitvoerrechten die tot stijving van de schatkist worden geheven; — eene fiskale executie, wegens verschuldigde belasting; — advocaat-fiskaal, (oudt.) titel van den te...
I.M. Calisch (1864)
Fiskaal, bn. en bijw. de hooge regtsmagt -, (inz.) de belastingwetten betreffende; deze wetten zijn zuiver -; advokaat-, (oudt.) rijks-advokaat.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: