Féliciter
I. gelukwensen (de met); II. se féliciter, zich verheugen, zich gelukkig achten, van geluk spreken.
Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)
I. gelukwensen (de met); II. se féliciter, zich verheugen, zich gelukkig achten, van geluk spreken.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
adv. 1. vruchtbaar. 2. overdr., gelukkig, gelukzalig. | als toeroep, voorspoed! heil! f. velim, Cic., ook c. dat., ƒ. patruo! Suet., victoriae Cimbrieae ƒ.! geluk met enz., Flor.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: