Feilen
(feilde, heeft gefeild), 1. falen, mistasten, zich vergissen; 2. tekortschieten, in gebreke blijven.
Van Dale Uitgevers (1950)
(feilde, heeft gefeild), 1. falen, mistasten, zich vergissen; 2. tekortschieten, in gebreke blijven.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Jozef Verschueren (1930)
('feilen) (feilde, heeft gefeild) [~ falen] zich vergissen: in zijn berekening. Syn. ➝ dolen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(feilde, heeft gefeild), 1. falen, mistasten, zich vergissen; 2 tekortschieten, in gebreke blijven.
J.H. van Dale (1898)
FEILEN, (feilde, heeft gefeild), falen, mistasten, zich vergissen; — (Z. A.) druipen, afgewezen worden bij een examen (Eng. to fail).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: