Wat is de betekenis van Feilen?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Feilen

(feilde, heeft gefeild), 1. falen, mistasten, zich vergissen; 2. tekortschieten, in gebreke blijven.

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

feilen

feilen - Werkwoord 1. (intr) falen

2025-07-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Feilen

falen; tekortschieten

2025-07-26
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Feilen

vijlen.

2025-07-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

feilen

feilde, h. gefeild (mistasten, zich vergissen): feilen in zijn berekening.

2025-07-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

feilen

('feilen) (feilde, heeft gefeild) [~ falen] zich vergissen: in zijn berekening. Syn. ➝ dolen.

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

feilen

(feilde, heeft gefeild), 1. falen, mistasten, zich vergissen; 2 tekortschieten, in gebreke blijven.

2025-07-26
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

feilen

feilen leenwoord Zie: falen

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Feilen

FEILEN, (feilde, heeft gefeild), falen, mistasten, zich vergissen; — (Z. A.) druipen, afgewezen worden bij een examen (Eng. to fail).