fase (faze)
[Gr. fasis, verschijning, verschijningsvorm], v. (-s, -n), 1. bij een sinusoïdaal veranderlijke grootheid een getal dat aangeeft welke fractie van een trillingscyclus is doorlopen; 2. (scheikunde) in de faseleer de homogene, naast elkaar voorkomende vormen van een of meer samengebrachte stoffen, welke vormen door aggregatietoestand, samenstel...