Wat is de betekenis van façonneren?

Van Dale Uitgevers (1950)

Façonneren

(façonneerde, heeft gefaçonneerd), de vereiste vorm geven, fatsoeneren.

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

[Fr. façonner = bewerken] de goede vorm geven, fatsoeneren.

Jan Meulendijks (1993)

fatsoeneren

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

een vorm geven; fatsoeneren.

Jacon Kramers Jz (1948)

fatsoeneren, vormen, de vereiste gedaante geven.

S. van Praag (1937)

fatsoeneren.

Jozef Verschueren (1930)

(’ne:rən) (façonneerde, heeft gefaçonneerd) vormen, fatsoeneren.

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

(façonneerde, heeft gefaçonneerd), de vereiste vorm geven, fatsoeneren.

Gerelateerde zoekopdrachten