Wat is de betekenis van Expectant?

2025-07-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Expectant

m. (-en), hij die dingt naar of recht heeft op een opengevallen post.

2025-07-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Expectant

[Lat. exspectans, exspectantis, o.dw van ex-spectare = uitzien naar, tegemoet zien, verwachten] persoon die dingt naar lidmaatschap of naar een opengevallen post, resp. daar recht op heeft.

2025-07-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Expectant

rechthebbende op een openvallende plaats

2025-07-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Expectant

hij die hoopt op een ambt.

2025-07-25
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Expectant

afwachtend.

2025-07-25
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

expectant

I. af-, verwachtend; vooruitzichten hebbende; aanstaande [moeder], vermoedelijk [erfgenaam]; II. vermoedelijk erfgenaam.

2025-07-25
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

expectant

afwachtend; expectant treatment, conservatieve behandeling.

2025-07-25
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

expectant

m. wachtende, uitziende (bv. naar een post of opname in een genootschap); rechthebbende op een openvallende plaats.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

expectant

m. expectanten (Fr. [Lat. expectans]: verbeidende; aanspraak makende, rechthebbende op een opengevallen plaats).