Wat is de betekenis van Ĕtĭamtum en ĕtĭamtunc?

2025-07-29
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Ĕtĭamtum en ĕtĭamtunc

adv. toen nog, ook = toen eerst, vand. quum etiamtum, toen nog, Sall., Cic.; ook toen nog, altijd nog.