Et tu, brute?
(Lat.), ook gij, Brutus ? Lat. vertaling van de Gr. woorden die Caesar volgens de overlevering sprak bij het zien van Brutus (die voor zijn zoon gold) onder zijn moordenaars ; vand. als uitdrukking van bittere verwondering wanneer men vijandig bejegend wordt door iem. van wie men reden had dat niet te verwachten.