er eentje laten vliegen
(1903) (euf.) een scheet laten; een vloek laten vallen. • Er eenen laten vliegen, eenen vloek uitbraken; ook: eenen wind laten. (Jozef Cornelissen & Jan Baptist Vervliet: Idioticon van het Antwerpsch dialect. 1903) • “Kun je dan helemáál niks, stommeling?” zei er een. ‘Er eentje laten vliegen, dat kan...