Wat is de betekenis van Épargner?

2025-07-23
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Épargner

I. sparen, over-, op-, uitsparen, be-, uitzuinigen, uitwinnen, ruimte laten voor; besparen; sparen, ontzien, verschonen, welwillend zijn tegenover; II. sparen, potten; III. s’épargner, zich sparen; elk. sparen; s’épargner qc., zich iets besparen.

Gerelateerde zoekopdrachten