Wat is de betekenis van Enkel, (taalkunde)?

2025-07-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Enkel, (taalkunde)

onbep. telw., bn. en bw., I. bn., 1. niet dubbel, niet samengesteld: een stof van enkele breedte; enkel, port; een enkel, blad; enkel, spoor; zie enkelspel; enkel, boekhouden, (handel) boekhouden dat zich alleen bepaalt tot het beschrijven van de betrekkingen met personen (vooral in zaken van mindere omvang); een kaartje enkele reis, geen retour;...