Wat is de betekenis van Ĕnim?

2025-07-27
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Ĕnim

coni. 1. want, immers; namelijk; dikwijls quid enim? wat toch (nl. kan tegen het gezegde ingébracht worden)? Cic. 2. voorzeker, werkelijk, ongetwijfeld, natuurlijk, ja wel, toch, verbonden at enim, Ter., Cic., sed enim, Cic.

2025-07-27
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Enim

Enim - rivier op Sumatra, res. Palèmbang, rechterzijrivier van de Lematang; aan de uitwatering in de Lematang ligt de plaats Moeara Enim (moera = monding); de oevers der rivier zijn dichtbevolkt.

2025-07-27
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)