Ĕnim
coni. 1. want, immers; namelijk; dikwijls quid enim? wat toch (nl. kan tegen het gezegde ingébracht worden)? Cic. 2. voorzeker, werkelijk, ongetwijfeld, natuurlijk, ja wel, toch, verbonden at enim, Ter., Cic., sed enim, Cic.
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
coni. 1. want, immers; namelijk; dikwijls quid enim? wat toch (nl. kan tegen het gezegde ingébracht worden)? Cic. 2. voorzeker, werkelijk, ongetwijfeld, natuurlijk, ja wel, toch, verbonden at enim, Ter., Cic., sed enim, Cic.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Enim - rivier op Sumatra, res. Palèmbang, rechterzijrivier van de Lematang; aan de uitwatering in de Lematang ligt de plaats Moeara Enim (moera = monding); de oevers der rivier zijn dichtbevolkt.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: